anziehen

Betekenis (Engels)

1. (class-2,reflexive,strong) senses related to dressing
2. (class-2,reflexive,strong) senses related to dressing
3. (class-2,often,strong,transitive) senses related to dressing
4. (class-2,strong,transitive) senses related to dressing
5. (class-2,strong,transitive) senses related to dressing
6. (class-2,strong,transitive) to attract
7. (class-2,reflexive,strong) to attract one another
8. (class-2,strong,transitive) to absorb (moisture)
9. (class-2,strong,transitive) to fasten, tighten (a screw)
10. (class-2,strong,transitive) to tighten, pull tight (a belt, a rope)
11. (class-2,strong,transitive) to pull (a lever)
12. (class-2,strong,transitive) to pull lightly
13. (class-2,intransitive,strong) to pull away
14. (class-2,intransitive,strong) to speed up; to sprint
15. (class-2,intransitive,strong) to climb
16. (Germany,Western,class-2,colloquial,reflexive,regional,strong) to be touched by; to care much about; to have oneself be impressed by; to feel responsible for
17. (class-2,intransitive,strong) to draw near, to approach, to come close
18. (class-2,dated,strong,transitive) to cite

Concepten

aantrekken

aankleden

kleden

aandoen

opleggen

omkleden

staan

nauwer aanhalen

opwinden

spannen

strekken

uitrekken

trekken

aanhalen

aanbrengen

opbrengen

bekleden

doen

leggen

plaatsen

steken

stellen

stoppen

zetten

inzwachtelen

omzwachtelen

verbinden

zwachtelen

aanslaan

belasten

belasting heffen op

dwingen

forceren

noodzaken

opdringen

veraccijnzen

verplichten

zich opdringen

aanlokken

bekoren

rukken

zich aankleden

indoen

inleggen

inzetten

aanwenden

aanzetten

benutten

doorvoeren

gebruiken

in toepassing brengen

toepassen

voordoen

lokken

aannemen

accepteren

bepleisteren

ontvangen

overtrekken

pleisteren

stukadoren

aandrukken

aaneensluiten

bergen

bijschuiven

binden

dringen

drukken

insluiten

knellen

opbergen

opsluiten

persen

pressen

verdichten

wegbergen

wegsluiten

bezweren

bidden

smeken

toelachen

verlekkeren

aanspreken

aantrekkelijk

uitdossen

zich

zich kleden

schroeven

vijzen

ad patres gaan

de doodssnik geven

de eeuwigheid in gaan

de geest geven

de grote reis aanvaarden

de laatste adem uitblazen

de poeper dichtknijpen

de wereld verlaten

dood gaan

doodgaan

expireren

heengaan

het hoekje om gaan

het leven laten

inslapen

overlijden

sterven

verscheiden

betoveren

boeien

fascineren

interesseren

weglokken

Uitgesproken als (IPA)

/ˈantsiːən/

Etymologie (Engels)

Compound of an- (“on, at”) + ziehen (“pull”).
To the western German idiom sich etwas anziehen von compare Dutch zich iets aantrekken van.