Kaiser
Betekenis
-
emperor (ruler of certain monarchies; highest monarch)
Frequentie
Met koppelteken als
Kai‧ser
Uitgesproken als (IPA)
/ˈkaɪ̯zər/
Etymologie
From Middle High German keiser, from Old High German keisar, keisur, from Proto-West Germanic *kaisar (“emperor”), borrowed from Latin Caesar. Doublet of Cäsar and Zar.
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren van Duits met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " Kaiser " en vele andere woorden en zinnen in Duits .
Ga naar onze Duits cursuspagina