zegt…
Mówi Werkwoord , że Ondergeschikte conjunctie go Voornaamwoord królowie Zelfstandig naamwoord oszukali, że Ondergeschikte conjunctie port Zelfstandig naamwoord zabrali Werkwoord .
Werkwoord
Ondergeschikte conjunctie
Voornaamwoord
Zelfstandig naamwoord
Ondergeschikte conjunctie
Zelfstandig naamwoord
Werkwoord
Hij zegt dat de koningen hem hebben bedrogen, dat ze de haven namen. Hij zegt dat de koningen hem hebben bedrogen , dat ze de haven namen .
Woorden en zinnen
mówi
third-person singular present of mówić
go
-
genitive/accusative singular mute of on
królowie
- nominative plural of król
- vocative plural of król
że
-
introduces a subordinate clause; that
port
- port (a place on the coast at which ships can shelter, or dock to load and unload cargo or passengers)
- port (a town or city containing such a place, a port city)
- harbor, haven (place of safety)
- port (logical or physical construct in and from which data are transferred)
- port (number that delimits a connection for specific processes or parts of a network service)
- goal, aim (intent of one's actions)
- harbor, haven (one who gives a place of safety)
- gate (place where one enters)
- warehouse
- a type of tax
- papal estate; Further details are uncertain.
zabrali
third-person plural virile past of zabrać