zegt…
Woorden en zinnen
Nieuw
waar
-
- where, in which place
- where, the place that
- what, which thing
- what, that which
Nieuw
we
we
Nieuw
echter
-
however
Nieuw
om
-
- around, about
- at (a time)
- for (some purpose or object), concerning
Nieuw
vragen
-
- to ask (a question)
- to demand, exact
- to require, need
Nieuw
is
-
third-person singular present indicative of zijn; is, equals
Nieuw
redelijke
- inflection of redelijk:
- inflection of redelijk:
- inflection of redelijk:
Nieuw
transparantie
transparency