zegt…
Woorden en zinnen
Nieuw
de
-
the (definite article, masculine and feminine singular, plural)
Nieuw
inbrekers
plural of inbreker
Nieuw
hadden
- inflection of hebben:
- inflection of hebben:
Nieuw
alle
-
- inflection of al:
- inflection of al:
- inflection of al:
Nieuw
kasten
plural of kast
Nieuw
overhoop
- upside down (in great disorder)
- at odds
Nieuw
gehaald
past participle of halen