zie

Reikšmė

1. (first-person,form-of,indicative,present,singular) inflection of zien:
2. (form-of,indicative,present,second-person,singular) inflection of zien:
3. (form-of,imperative) inflection of zien:
4. (dated,form-of,formal,present,singular,subjunctive) inflection of zien:

Tariama kaip (IPA)

/ˈzi/

Sakiniai

Ik zie dat daar heel veel gebeurt .

Matau, kad ten daug vyksta.

Ik zie meer dan twaalf leden .

Matau daugiau nei dvylika narių.

Daarom zie ik ook geen heil in hetgeen hier als een compromis voorgesteld wordt .

Štai kodėl aš nematau išganymo, kas čia pateikiama kaip kompromisas.

Zo'n grote berg zie je niet vaak .

Jūs dažnai nematote tokio didelio kalno.

Maar als je achter deze cijfers kijkt , zie je een enorm handelstekort.

Bet jei pažvelgsite už šių skaičių, pamatysite didžiulį prekybos deficitą.

Ik zie in dat het verschijnsel complex is en vele facetten kent .

Matau, kad reiškinys yra sudėtingas ir turi daug aspektų.