lief

Reikšmė (Anglų k.)

Adj

1. nice, sweet, lovely
2. beloved, dear

Noun

one's beloved in a romantic relationship, i.e. a boyfriend or girlfriend

Sinonimai

aardig

vriendelijk

voorkomend

schattig

zoet

dierbaar

beminnelijk

beminde

geliefde

liefje

kostbaar

geliefd

zacht

bemind

beminnenswaardig

duur

💰

geacht

leuk

lieftallig

mooi

prettig

prijzig

vriend

waard

waardevol

zoetelief

aanhalig

zachtaardig

schat

schatje

schattebout

goedaardig

snoeperig

snoezig

teder

charmant

bekoorlijk

koddig

knap

bijslaap

liefelijk

innemend

liefste

welbemind

lieveling

zoetjes

Tariamas kaip (IPA)

/lif/

Etimologija (Anglų k.)

Paveldėta iš Vidurio Vokietijos: lief

Paveldėta iš Old Dutch: *liof

In summary

From Middle Dutch lief, from Old Dutch *liof, from Proto-West Germanic *leub, from Proto-Germanic *leubaz, from Proto-Indo-European *lewbʰ-.