je

Reikšmė (Anglų k.)

Pron

1. (form-of, subjective, unstressed) subjective unstressed form of jij (“you (singular)”)
2. (form-of, objective, unstressed) objective unstressed form of jij (“you (singular)”)
3. (form-of, subjective, unstressed) subjective unstressed form of jullie (“you (plural), y'all”)
4. (form-of, objective, unstressed) objective unstressed form of jullie (“you (plural), y'all”)
5. (indefinite, informal, personal, pronoun) one, people, you, someone, anyone; an unspecified individual or group of individuals (as subject or object)
6. (colloquial, personal, pronoun) I, one; used to talk about oneself indirectly, especially about feelings or personal experiences

Det

1. (form-of, possessive, second-person, unstressed) possessive unstressed form of jij (“you (singular)”): your (singular)
2. (form-of, possessive, second-person, unstressed) possessive unstressed form of jullie (“you (plural), y'all”): your (plural), y'all's

jij

• Pron
• Verb

Skaityti daugiau

jullie

• Pron
• Det

Skaityti daugiau

Sinonimai

jij

jullie

jouw

u

uw

jouwe

ge

uwe

men

1️⃣

jou

mij

gij

me

ons

🇺🇸

ze

zich

zijn

U

haar

we

Vertimai

you

du

your

tu

vous

Sie

dein

tu

você

tú

thou

Ihr

teu

tu

Tariamas kaip (IPA)

/jə/

Sakiniai

Kan je deze zin heel langzaam uitspreken ?

Ar galite ištarti šį sakinį labai lėtai?

Is er sprake van een verwarring bij je baas ?

Ar yra painiavos su tavo viršininku?

Hockey is een sport die je eigenlijk niet alleen kan spelen .

Ledo ritulys yra sportas, kurio negalite žaisti vienas.

Je hebt slechts een paar millimeter marge .

Jūs turite tik keletą milimetrų paraštės.

Tussen twee woorden zet je een spatie .

Tarp dviejų žodžių įdėjote erdvę.

Wat heb je aan een wereld waar kennis en wetenschappelijk onderzoek stagneren ?

Koks geras pasaulis, kuriame žinios ir moksliniai tyrimai sustingsta?