hoop

Reikšmė (anglų kalba)

Noun

a hope, aspiration, wish

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,singular) inflection of hopen:
2. (form-of,indicative,present,second-person,singular) inflection of hopen:
3. (form-of,imperative) inflection of hopen:

Sinonimai

stapel

schare

troep

menigte

massa

boel

drom

tas

verwachting

vertrouwen

kudde

groep

stel

👫

uitzicht

drift

school

🏫

zwerm

set

droom

😴💭

aandrang

samenpakking

berg

⛰️

bult

bundel

heuvel

moker

run

smeedhamer

smidshamer

toeloop

toeverlaat

toezegging

veel

verlangen

verzameling

volk

🧑‍🤝‍🧑

voorhamer

ophoging

heel wat

Tariama kaip (IPA)

/ɦoːp/

Etimologija (anglų kalba)

From Middle Dutch hope, from Old Dutch *hopa, from the verb hopon (modern Dutch hopen). Cognate with English hope.

Sakiniai

Ik hoop echt dat dat het geval zal zijn .

Labai tikiuosi, kad taip bus.

Ik hoop dat het een prioriteit is voor ons allemaal .

Tikiuosi, kad tai yra prioritetas mums visiems.

Ik hoop dat deze relatie veel oplevert .

Tikiuosi, kad šie santykiai labai duoda.

Ik hoop dan ook van harte dat mijn collega’s dat zullen doen .

Todėl labai tikiuosi, kad mano kolegos tai padarys.

Ik hoop dat niemand daar nadeel van deze wetgeving ondervindt .

Tikiuosi, kad šiame įstatymuose niekas nėra nepalankioje padėtyje.