klein

Reikšmė (anglų kalba)

1. small, little
2. almost

Sinonimai

minuscuul

nietig

gering

jong

luttel

kort

min

propperig

karig

petieterig

minuskuul

kleingeestig

krap

lui

luizig

nauw

nietige

piepklein

schrift

schuchter

timide

verkleinend

verlegen

zwak

jongere

kleine letters

niet groot

pietepeuterig

armoedig

heel klein

armzalig

bedeesd

bekrompen

benauwd

bevangen

blo

dwergachtig

eng

fijn

ijdel

Tariama kaip (IPA)

/klɛi̯n/

Etimologija (anglų kalba)

From Middle Dutch cleine, from Old Dutch cleini, from Proto-West Germanic *klainī.

Sakiniai

Dat gaat mij eerlijk gezegd een klein beetje te snel .

Tiesą sakant, man tai šiek tiek per greitai.

Tot slot wil ik nog een klein probleem noemen .

Pagaliau noriu pavadinti mažą problemą.

Toen ik klein was heb ik leren zwemmen in het zwembad .

Kai buvau mažas, išmokau plaukti baseine.

Wat verderop ligt er een klein bruggetje over de beek .

Šiek tiek toliau yra nedidelis tiltas virš upelio.

Klein is morgen groter en zorgt voor nieuwe werkgelegenheid en meer welvaart .

Mažas rytoj bus didesnis ir užtikrins naują užimtumą ir daugiau gerovės.