doel

Reikšmė (anglų kalba)

Noun

1. (neuter) aim, purpose
2. (neuter) destination
3. (neuter) goal

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,singular) inflection of doelen:
2. (form-of,indicative,present,second-person,singular) inflection of doelen:
3. (form-of,imperative) inflection of doelen:

Sinonimai

bedoeling

doelstelling

doelwit

honk

🏠

voornemen

strekking

wit

toeleg

objectief

zin

plan

oogmerk

goal

reden

intentie

target

doeleinde oogmerk

beëindiging

besluit

bestemming

doelpunt

eind

🔚

einde

end

gewicht

mikpunt

nut

streefdoel

voleinding

woord

zeggen

🗣️

Tariama kaip (IPA)

/dul/

Etimologija (anglų kalba)

From Middle Dutch doel, doele (“ditch that separated two fields”), from Old Dutch *duola, from Proto-Germanic *dōlijǭ, *dōlijō (“dale, valley”). Related to dal (“dale, valley”). Likely, the initial meaning was "ditch, pit" which shifted to "pile of earth" to "pile of earth used as target in a shooting range" to "shooting target" to "goal".

Sakiniai

Het doel van het theater was om jonge mensen een podium te geven .

Teatro tikslas buvo suteikti jauniems žmonėms sceną.

Ik denk dat we met ieders medewerking dit doel echt kunnen bereiken .

Manau, kad mes tikrai galime pasiekti šį tikslą bendradarbiaudami.

Het was even schrikken , maar dat is natuurlijk het doel van een spookhuis .

Tai buvo šokas, bet tai, be abejo, yra persekiojo namo tikslas.

Het doel is deze diversiteit om te zetten in een mogelijkheid voor iedereen .

Tikslas yra paversti šią įvairovę kiekvienam.

Handelsbeleid is geen doel op zich .

Prekybos politika savaime nėra tikslas.

U vraagt zich wellicht af wat ons uiteindelijke doel is met deze richtlijn .

Jums gali kilti klausimas, koks yra mūsų pagrindinis tikslas su šia gairėmis.

Wij moeten op absoluut verantwoorde wijze hiervan gebruik maken: dat is ons doel .

Turime tai naudoti absoliučiai atsakingai: tai yra mūsų tikslas.

Liberalisering is mijns inziens geen doel op zich .

Mano nuomone, liberalizavimas nėra pats tikslas.