vertrekken

Mane (Îngilîzî)

to depart, to leave

Sînonîm

weggaan

afreizen

wegtrekken

zich verwijderen

uitwijken

starten

opstappen

heengaan

wegreizen

afgaan

smeren

twijnen

verbuigen

verdraaien

verwringen

wringen

verlaten

op weg gaan

uittreden

afscheiden

uitgaan

laten varen

opzij gaan

afwijken

uitrijden

weglopen

op reis gaan

gaan

afvuren

🔥

tijgen

aan de gang brengen

uitlopen

uitvaren

beginnen

zijn biezen pakken

wegrijden

afrijden

losbranden

Binavkirî wek

ver‧trek‧ken

Wekî (IPA) tê gotin

/vərˈtrɛ.kə(n)/

Etîmolojî (Îngilîzî)

From Middle Dutch vertrecken. Equivalent to ver- + trekken.

Hevokên

Hoe laat gaan we vertrekken ?

Kengê em ê biçin?

Zijn echtgenote mocht wel vertrekken .

Jina wî destûr hate dayîn ku bireve.