zeggen

Senso

Verb

to say, tell

Noun

plural of zegge

Con trattino come

zeg‧gen

Pronunciato come (IPA)

/ˈzɛɣə(n)/

Etimologia

From Middle Dutch seggen, from Old Dutch *seggen, from Proto-West Germanic *saggjan. The irregular past tense is a common Ingvaeonic development of the northern dialects, seen also in brein and zeil. (In an unrelated, later development the same also happened in Middle High German sagen.)

Frasi

Ik wil nog iets zeggen over dat bureau .

Voglio dire qualcosa su quella scrivania.

Aan de slag , zou ik zeggen .

Iniziare, direi.

Ik wil iets zeggen over het woord "bescherming”.

Voglio dire qualcosa sulla parola "protezione".

Over deze eerste kwestie zou ik het volgende willen zeggen .

Vorrei dire quanto segue su questo primo numero.

Momenteel zeggen we soms het ene en doen we het andere .

Al momento a volte diciamo uno e facciamo l'altro.

Voorzitter , dat is alles wat ik hierover kan zeggen .

Presidente, questo è tutto ciò che posso dire al riguardo.

Duidelijker dan zo kun je het niet zeggen .

Non puoi dirlo più chiaro di quello.

Ik wil graag iets zeggen over twee of drie belangrijke kwesties .

Vorrei dire qualcosa su due o tre problemi importanti.