maat

Senso (Inglese)

1. (feminine) measure, size
2. (feminine) measure, bar
3. (feminine) rhythm, beat

sinonimi

kameraad

makker

🧉

grootte

kornuit

ritme

compagnon

beleid

tact

vriend

afmeting

mate

partner

metgezel

gezel

maatje

omvang

hoeveelheid

gabber

begeleider

dimensie

eenheid

broer

👨‍👦

kerel

statuur

sterkte

tal

uitgebreidheid

vent

vriendin

vriendinnetje

vrouw

👩

genoot

maatstaf

man

👨

slapie

strijdmakker

scheepsmaat

aantal

kloris

ambtgenoot

bestek

collega

coupe

echtgenoot

🤵

echtgenote

👰‍♀️

eega

figuur

formaat

gade

gast

gemaal

gemalin

gestalte

gezellin

hulpje

kwantiteit

lichaamsbouw

maatstok

meetlat

meisje

postuur

Pronunciato come (IPA)

/maːt/

Etimologia (Inglese)

Ereditato da olandese medio: mate

Ereditato da Old Dutch: *māta

Preso in prestito da Middle Low German: māt

Affine tedesco antico alto: gimazzo

Affine inglese: mate

In summary

From older mate, from Middle Dutch mate, from Old Dutch *māta, from Proto-West Germanic *mātu, from Proto-Germanic *mētō.