overgaan

Senso (Inglese)

1. (transitive) to turn into
2. (intransitive) to move up
3. (transitive) switch, shift (from one thing or status to another)
4. (transitive) pass on to, bequeath (transfer ownership to another)
5. (intransitive) to get over, cross, pass (a hurdle)
6. (intransitive) to get over, pass (to recover from or forget a previous unwanted experience/illness and move on)
7. (intransitive) to ring, go off (produce the sound of a bell or a similar sound, like a telephone or buzzer)

sinonimi

oversteken

voorbijgaan

passeren

kleppen

te boven gaan

avanceren

beginnen

klinken

🔉

promotie maken

gaan

luiden

🔉

samenvloeien

schalmen

beieren

🔉

galmen

slaan

aflopen

oprukken

in rang opklimmen

overlopen

uitmunten

veld winnen

verslaan

vlotten

voorafgaan

voorbijstreven

voorgaan

voorlopen

vooruitgaan

voorwaarts gaan

voor zijn

vorderen

zegevieren

😤

bevordering naar het volgende leerjaar

aanbellen

fusioneren

bellen

💍

bevangen

bevorderen

in

kletteren

klingelen

lopen over

opblazen

ophouden

opschieten

overdrijven

overtreffen

overtrekken

overwinnen

rinkelen

samengaan

schellen

tingelen

uitblinken

Etimologia (Inglese)

From over + gaan.

Frasi

We moeten ophouden met praten en overgaan op handelen .

Dobbiamo smettere di parlare e passare all'azione.