ophangen

Senso

1. (transitive) to hang up (to append or suspend)
2. (transitive) to hang, to execute by hanging
3. (intransitive,transitive) to hang up (a telephone), to end a telephone conversation

Con trattino come

op‧han‧gen

Pronunciato come (IPA)

/ˈɔpˌɦɑ.ŋə(n)/

Etimologia

From Middle Dutch ophangen. Equivalent to op + hangen.

Frasi

Nadat we de kerstboom hadden gehaald zijn we de hele middag bezig geweest met het ophangen van de kerstballen en de kerstverlichting .

Dopo aver raggiunto l'albero di Natale, abbiamo trascorso l'intero pomeriggio appendendo le palle di Natale e le luci di Natale.