buurt

Senso (Inglese)

1. (feminine) neighborhood, part of town
2. (feminine) vicinity, proximity

Genere

♀️ Femminile

Pronunciato come (IPA)

/byːrt/

Etimologia (Inglese)

From Middle Dutch buurt (“district”) (also buyrte) [15th century], from ghebuerte (“surroundings”) [c. 1290] and gebuerde (“zone”) [c. 1240], related to Old High German giburida and German Börde. Akin to West Frisian buert. See also
gebied and Belgian Dutch synonym gebuurte.

Frasi

Het kantoor ligt in de buurt van Zwolle .

L'ufficio è vicino a Zwolle.

Jan en Mieke gingen samen bergen beklimmen in de buurt van Lyon.

Jan e Mieke andarono a scalare le montagne vicino a Lione.

In de buurt van Caïro ligt de Piramide van Cheops, ook bekend als de Grote Piramide .

La piramide di Cheops è anche conosciuta come la grande piramide vicino al Cairo.

De haan kraaide zoveel dat het irritatie in de buurt opleverde .

De Haan ha cantato così tanto che ha prodotto irritazione nel quartiere.