sprake

Signification (Anglais)

Noun

dative singular of spraak

Verb

singular past subjunctive of spreken

spraak

1. (feminine) speech (act, manner or faculty of speaking)
2. (archaic, feminine) language

En savoir plus

🗣️

spreken

to speak

En savoir plus

Phrases

Ik geloof dat er sprake is van een misverstand .

Je crois qu'il y a un malentendu.

Is er sprake van een verwarring bij je baas ?

Y a-t-il une confusion avec votre patron?

Er is hier geen sprake van discriminatie .

Il n'y a pas de discrimination ici.

Ik wil de kwestie van de watervoorraden nog ter sprake brengen .

Je veux toujours soulever la question des stocks d'eau.

Er is daar sprake van extreme verschillen in arbeidsvoorwaarden .

Il existe des différences extrêmes dans les conditions d'emploi.

De conclusie van de ombudsman was dus duidelijk dat hier sprake was van discriminatie .

La conclusion du Médiateur était donc claire qu'il y avait une discrimination.