maakt

Signification

1. (form-of,indicative,present,second-person,singular,third-person) inflection of maken:
2. (archaic,form-of,imperative,plural) inflection of maken:

Prononcé comme (IPA)

/maːkt/

Phrases

Dat antwoord maakt heel wat duidelijk .

Cette réponse rend beaucoup clair.

Men zegt dat geld niet gelukkig maakt .

On dit que l'argent n'est pas content.

Mijn mama maakt zelf verse soep .

Ma maman fait elle-même de la soupe fraîche.

De sirene van het brandalarm maakt veel lawaai !

La sirène de l'alarme incendie fait beaucoup de bruit!

Mijn mama maakt altijd heerlijke tiramisu.

Ma maman fait toujours un délicieux tiramisu.

Een duidelijke beslissingsstructuur maakt het mogelijk schepen in nood op te vangen .

Une structure de décision claire permet d'absorber les navires dans le besoin.

Stilvallen op je rijexamen maakt een slechte indruk .

Couvrir votre test de conduite fait une mauvaise impression.