kant

Signification (Anglais)

Noun

1. (masculine) side, face (of an object)
2. (masculine) side (as opposed to top or bottom)
3. (masculine) way, direction

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,second-person,singular,third-person) inflection of kanten:
2. (form-of,imperative) inflection of kanten:

Concepts

côté

dentelle

bord

flanc

rive

🏦

marge

page

contour

lisière

côte

face

équipe

bordons

bordent

part

bordez

bande

délimitation

frontière

limite

membre

point

pourtour

terme

abornement

orée

flanç bord dentelle

Synonymes

zijde

rand

zij

flank

zijkant

boord

oever

🏦

lijn

waterkant

wal

vlak

pagina

bladzijde

ploeg

kust

scherpte

schuinte

site

tak

zee

🌊

zeekust

zoom

afbakening

contour

band

outline

begrenzing

einde

facet

glooiing

grens

helling

kustlijn

lende

marge

nerf

oogpunt

rib

ribbe

ribbel

Prononcé comme (IPA)

/kɑnt/

Étymologie (Anglais)

From Middle Dutch cant, from Old Northern French cant, from Medieval Latin canthus.

Phrases

Op dit gebied gaan de zaken dus de goede kant op .

Les choses se dirigent donc dans la bonne direction dans ce domaine.

Na een elegante sprong landde hij zacht aan de andere kant van de greppel .

Après un saut élégant, il a doucement atterri de l'autre côté du fossé.