dagen

Signification

Verb

1. (intransitive) to dawn
2. (transitive) to light, illuminate, color by lighting
3. (intransitive) to rise
4. (intransitive) to start, begin
5. (intransitive) to begin to become understood
6. (transitive) to subpoena, summon to appear in court
7. (transitive) to call, summon to battle, notably against uproar

Noun

plural of dag

Coupé comme

da‧gen

Prononcé comme (IPA)

/ˈdaːɣə(n)/

Étymologie

From Middle Dutch dāgen, from Old Dutch *dagon, from Proto-West Germanic *dagēn, from Proto-Germanic *dagāną.

Phrases

Nog twee dagen in Europa en dan steken we terug de Atlantische Oceaan over .

Deux jours de plus en Europe, puis nous traversons l'océan Atlantique.

Het bos brandde voor dertien dagen .

La forêt a brûlé pendant treize jours.

Het kostte me dagen om je op te sporen , je naam staat niet in het telefoonboek .

Il m'a fallu des jours pour vous détecter, votre nom n'est pas dans l'annuaire téléphonique.

Ze moest minstens twee dagen wachten op de resultaten van haar ruggenmergpunctie.

Elle a dû attendre au moins deux jours pour les résultats de sa perforation de la moelle épinière.

Op warme dagen zijn er verhoogde ozonconcentraties.

Les jours chauds, il y a une augmentation des concentrations d'ozone.