zaak

Signification

1. (feminine) a thing, matter (general term with for a concept other than animate beings)
2. (feminine) a matter, affair, business
3. (feminine) a business, commercial enterprise, store, shop
4. (feminine) a court case, law suit

Genre

♀️ Féminin

Prononcé comme (IPA)

/zaːk/

Étymologie

From Middle Dutch sāke, from Old Dutch *saka, from Proto-West Germanic *saku, from Proto-Germanic *sakō.
Cognate with English sake, West Frisian saak (“cause; business”), Low German Saak, German Sache (“thing; matter; cause; legal cause”), Yiddish זאַך (zakh), Danish sag, Swedish and Norwegian sak, Gothic 𐍃𐌰𐌺𐌾𐍉 (sakjō, “dispute, argument”).

Phrases

De zaak is heel belangrijk .

Le cas est très important.

Ben je volkomen zeker van je zaak ?

Êtes-vous complètement sûr de votre cas?

Ik zal dit onderzoeken , maar dit is geen persoonlijke zaak .

Je vais enquêter sur cela, mais ce n'est pas une affaire personnelle.

Dan nu de kern van de zaak .

Maintenant le cœur de la question.

Daarom zou ik van dergelijke kwesties niet zo’n persoonlijke zaak willen maken .

C'est pourquoi je ne voudrais pas faire de telles questions une affaire personnelle.

Dan nu over de zaak zelf: ik wil bij het laatste punt beginnen .

Maintenant, à propos de l'affaire elle-même: je veux commencer au dernier point.

Het is dan ook vooral zaak dat wij duidelijke grenzen stellen aan de arbeidstijd.

Il est donc principalement important que nous fixions des limites claires au temps de travail.

Een aantal paragrafen in het verslag is aan deze zaak gewijd .

Un certain nombre de sections du rapport sont dédiées à cette affaire.