jaar

Signification

1. (neuter) year (the time it takes the Earth to circle the Sun; its equivalent on other planets)
2. (neuter) year (the individuals associated with a year, notably the students in or graduates from an annual class at school)

Genre

Neutre

Prononcé comme (IPA)

/jaːr/

Étymologie

From Middle Dutch jâer, from Old Dutch jār, from Proto-Germanic *jērą, from Proto-Indo-European *yeh₁-.

Phrases

De aarde draait per jaar eenmaal rond de zon .

La Terre tourne autour du soleil une fois par an.

Het agentschap is maar drie jaar oud .

L'agence n'a que trois ans.

Ik denk echter dat die strijd feitelijk verloren is , althans dit jaar .

Cependant, je pense que ce combat est réellement perdu, du moins cette année.

De machtige heerser leidde al tien jaar het land .

Le puissant souverain dirige le pays depuis dix ans.

De hoeveelheid ijs op de Noordpool daalt jaar na jaar .

La quantité de glace dans le pôle Nord tombe année après année.

Wie heeft de Nobelprijs voor Natuurkunde gewonnen dit jaar ?

Qui a remporté le prix Nobel de physique cette année?

Het laatste jaar is slecht geweest en wij zullen de streefcijfers dus nooit halen .

L'année dernière a été mauvaise et nous n'aurons jamais les chiffres cibles.

Waarom een jaar later terugkomen met een vrijwel identieke resolutie ?

Pourquoi revenir un an plus tard avec une résolution presque identique?