plaats

Significado

Noun

1. (feminine) place, position
2. (feminine) a settlement; a town, city, village, hamlet or the like
3. (feminine) a place, a location in a text
4. (feminine) Space, especially free space (e.g. volume, area or storage space on a medium)
5. (dialectal,feminine) a square, a plaza (paved open space of any size in a town or near a building)
6. (dialectal,feminine) a farm

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,singular) inflection of plaatsen:
2. (form-of,indicative,present,second-person,singular) inflection of plaatsen:
3. (form-of,imperative) inflection of plaatsen:

Pronunciado como (IPA)

/plaːts/

Etimología

From Middle Dutch plāetse, from Old French place.

Oraciones

Maar in de eerste plaats zou ik dat nooit hebben gedaan .

Pero en primer lugar, nunca habría hecho eso.

Meer en meer mensen betalen met de kaart in plaats van contant .

Cada vez más personas pagan con la tarjeta en lugar de efectivo.

In de tweede plaats denk ik dat een overheid betrouwbaar moet zijn .

En segundo lugar, creo que un gobierno debería ser confiable.

De grote depressie vond plaats in de jaren dertig .

La Gran Depresión tuvo lugar en la década de 1930.

Ze zouden eens wat meer liedjes moeten draaien op de radio in plaats van altijd die commentaar .

Deberían tocar más canciones en la radio en lugar de siempre ese comentario.

Ga uw eigen uitdagingen maar eens aan in plaats van anderen aan te vallen !

¡Solo toma tus propios desafíos en lugar de atacar a otros!

Op de plaats van de moord hadden de onderzoekers een lege huls gevonden , maar toch was er niemand neergeschoten .

Los investigadores habían encontrado una manga vacía en el sitio del asesinato, pero a nadie le habían disparado.

Het Laatste Avondmaal vond plaats met Jezus en zijn twaalf apostelen .

La última cena tuvo lugar con Jesús y sus doce apóstoles.