gebruiken

Significado

Verb

1. (transitive) to use
2. (transitive) to consume, to eat or drink (food or drink)
3. (transitive) to consume (resources or goods)

Noun

plural of gebruik

Con guión como

ge‧brui‧ken

Pronunciado como (IPA)

/ɣəˈbrœy̯kə(n)/

Etimología

From Middle Dutch gebruken, from Old Dutch *gibrūkan. Equivalent to modern ge- + bruiken.

Oraciones

Je mag geen dubbele ontkenning gebruiken .

No puede usar doble negación.

Ik vraag u dus het belsignaal nogmaals te gebruiken .

Así que le pido que use la señal de anillo nuevamente.

Als je droge handen hebt moet je handcrème gebruiken .

Si tiene manos secas, debe usar crema para manos.

Leerkrachten gebruiken nog vaak het ouderwetse bord en krijt .

Los maestros a menudo usan el tablero y la tiza de moda antigua.

We gebruiken woorden die niets betekenen en keuren richtlijnen goed die veronachtzaamd worden .

Usamos palabras que no significan nada y aprueban pautas que se descuidan.

Niet alle landen van de Europese Unie gebruiken de euro , maar alle landen die vanaf nu toetreden zijn wel verplicht om de euro in te voeren .

No todos los países de la Unión Europea usan el euro, pero todos los países que ahora se unen deben introducir el euro.