recht

Significado (Inglés)

Adj

1. right (direction)
2. straight

Noun

1. (neuter) a right, competence, authority, privilege
2. (neuter) justice
3. (neuter) jurisprudence, the law
4. (neuter) a formal fee, custom, duty to be paid

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,second-person,singular,third-person) inflection of rechten:
2. (form-of,imperative) inflection of rechten:

Conceptos

derecho

recto

justo

impuesto

directo

correcto

exacto

estricto

tieso

puntual

formal

vertical

conveniente

escarpado

leal

legal

ley

liso

preciso

privilegio

acantilado

Sinónimos

goed

👍

juist

rechtstreeks

live

direct

belasting

bevoegdheid

taks

loodrecht

rechthoekig

haaks

nauwkeurig

prompt

punctueel

rechte

rechtop

gerechtigheid

stipt

accuraat

zorgvuldig

nauwgezet

gelijk

rechtsbedeling

berechting

billijk

en

fair

getrouw

juridisch

keurig

loyaal

preferentie

rechts

rechtuit

⬆️

rechtvaardig

rechtvaardigheid

steil

trouw

trouwhartig

vandehands

wetten

aanspraak

Pronunciado como (IPA)

/rɛxt/

Etimología (Inglés)

From Middle Dutch recht, from Old Dutch reht, from Proto-West Germanic *reht, from Proto-Germanic *rehtaz, from Proto-Indo-European *h₃reǵtós.

Oraciones

Mijn vraag is recht voor de raap .

Mi pregunta es adecuada para el nabo.

Dit druist volkomen in tegen de eerbiediging van het internationale recht .

Esto va completamente en contra del respeto por el derecho internacional.