merk

Significado (Inglés)

Noun

1. (neuter) mark
2. (neuter) logo
3. (neuter) brand

Verb

1. (first-person, form-of, indicative, present, singular) inflection of merken:
2. (form-of, indicative, present, second-person, singular) inflection of merken:
3. (form-of, imperative) inflection of merken:

merken

• Verb
• Noun

Leer más

Conceptos

marca

marca registrada

Sinónimos

zegel

brandmerk

merkteken

etiket

🏷️

label

litteken

stempel

teken

wenk

wond

onderscheidingsteken

bewijs

merknaam

blauwe plek

blijk

Traducciones

marque

Marke

brand

mark

marca

Gepräge

marca

مارکه

cachet

🦭

make

Stempel

trademark

Mark

Fabrikat

print

Etimología (Inglés)

Heredado de neerlandés medio: marc

Heredado de Old Dutch: marc

Cognado con inglés: mark

Cognado con alemán: Mark

In summary

From Middle Dutch marc, merc, from Old Dutch marc, from Proto-West Germanic *mark, from Proto-Germanic *marką (“mark, sign”), cognate with English mark, German Mark.

Oraciones

Audi is een bekend merk van wagens .

Audi es una marca conocida de autos.

Ik merk op dat de ratificatie van dat handvest in het regeringsprogramma is opgenomen .

Observo que la ratificación de esa carta se ha incluido en el programa gubernamental.