hoofd

Significado (Inglés)

1. (neuter) head
2. (neuter) head (of an organisation), chief, boss
3. (neuter) a transversal dam or pier at the entrance of a sea harbour
4. (neuter, slang, uncountable) oral sex

Conceptos

cabeza

jefe

líder

testa

mayúscula

director

título

dirigente

dueño

epígrafe

gerente

jefa

maceta

Nicaragua

🇳🇮

prefacio

punta

Uruguay

🇺🇾

cabecilla

crisma

gestor

jerarca

patrón

realizador

marote

sabiola

maceta Guatemala

marote Argentina

administrador

sabiola Uruguay

amo

cacique

capitán

cardinal

caudillo

comandante

Sinónimos

kop

chef

leider

baas

lichaamsdeel

aanvoerder

rubriek

bestuurder

krop

cheffin

opperhoofd

leidster

bol

bazin

vooraanstaand

voorgebergte

kopstuk

oppergod

stamhoofd

hoofding

chief

aanvoerster

administrateur

beheerder

chefkok

directeur

gebieder

heer

kaap

leidend

manager

opschrift

ster

⭐

titel

Traducciones

head

Kopf

cabeça

tête

Haupt

testa

caput

cap

chef

capo

κεφάλι

baş

leader

رأس

Pronunciado como (IPA)

/ɦoːft/

Etimología (Inglés)

Heredado de neerlandés medio: hôvet

Heredado de Old Dutch: hōvit

In summary

From Middle Dutch hôvet, hôoft, from Old Dutch hōvit, from Proto-West Germanic *haubud, from Proto-Germanic *haubudą. The sense “oral sex” is a semantic loan from English head.

Oraciones

Ze had haar hoofd gestoten tegen het lage dak .

Se había golpeado la cabeza contra el techo bajo.

Volgens de legende heeft Isaac Newton de zwaartekracht ontdekt toen hij een appel op zijn hoofd kreeg .

Según la leyenda, Isaac Newton descubrió la gravedad cuando le puso una manzana en la cabeza.

Hij had hem verslagen met een karatetrap tegen zijn hoofd .

Lo había derrotado con una trampa de karate contra su cabeza.