zool

Bedeutung (Englisch)

Noun

a sole (of a foot or shoe)

Verb

1. (first-person, form-of, indicative, present, singular) inflection of zolen:
2. (form-of, indicative, present, second-person, singular) inflection of zolen:
3. (form-of, imperative) inflection of zolen:

Konzepte

Sohle

Fußsohle

Anpflanzen

Anpflanzung

Pflanze

🌱

Pflanzung

Schuhsohle

Anlage

Synonyme

schoenzool

voetzool

plant

🌱

bal

richel

zadel

Übersetzungen

sole

semelle

suela

plante

planta

🌱

bitki

🌱

tread

plant

🌱

Ausgesprochen als (IPA)

/zoːl/

Etymologie (Englisch)

Geerbt von Mittelniederländisch: sole

In summary

From Middle Dutch sole.

Sätze

De zool van mijn schoen komt los .

Die Sohle meines Schuhs löst sich.

De zool van mijn schoen is aan het verslijten .

Die Sohle meines Schuhs ist abnutzt.