tekort

Bedeutung (Englisch)

shortage, deficit

Konzepte

Defizit

Manko

Fehlen

Fehler

Fehlbetrag

Minus

Mangel

Defizienz

Armut

Knappheit

Mangelhaftigkeit

Abwesenheit

Synonyme

gebrek

gemis

afwezigheid

euvel

tekortkoming

manco

mankement

gat in de begroting

schaarste

deficiëntie

afwezig

niet meer voorhanden

deficit

kastekort

nadelig saldo

ontbering

ontbreken

ontbrekend

Übersetzungen

deficiency

lack

shortage

falta

falta

shortcoming

manque

deficit

carência

insuffisance

absence

want

defect

mancanza

falha

Ausgesprochen als (IPA)

/təˈkɔrt/

Etymologie (Englisch)

From te (“too”) + kort (“short”).

Sätze

Het tekort aan democratie stoort ons ook .

Der Mangel an Demokratie wird auch von uns gestört.

Dat is nou een mooi voorbeeld van het democratisch tekort .

Das ist ein gutes Beispiel für das demokratische Defizit.

De onderwijzer kon gemakkelijk een baan vinden door het tekort .

Der Lehrer konnte aufgrund des Mangels leicht einen Job finden.