effect

Bedeutung (Englisch)

1. (neuter) effect
2. (neuter,plural-normally) security, notably bond or stock
3. (neuter) spin (rotation of a ball)
4. (neuter,obsolete) personal effect, belonging

Konzepte

Wirkung

Effekt

Eindruck

Auswirkung

Resultat

Ergebnis

Erfolg

Papier

Wertpapier

Wirksamkeit

Effekte

Effektivität

begebbares Wertpapier

Abdruck

Druck

vertretungsfähiges Wertpapier

Synonyme

indruk

uitwerking

werking

resultaat

impressie

belichting

bevinding

uitslag

fonds

gevecht

gevolg

handeling

inwerking

spoor

treffen

uitkomst

verrichting

vervolging

voetspoor

waardepapier

zet

aandeel

rechtsvordering

aanpak

actie

afdruk

consequentie

daad

drukwerk

eis

Mit Bindestrich als

ef‧fect

Geschlecht

Kastrieren

Ausgesprochen als (IPA)

/ɛˈfɛkt/

Etymologie (Englisch)

From Middle Dutch effect, from Old French effect, from Latin effectus. The sense ‘(equitable) security’ borrowed from German Effekt or French effet.

Sätze

Zijn paraplu had geen effect in de storm aangezien hij na een paar minuten al stuk was .

Sein Regenschirm hatte keine Wirkung im Sturm, da er nach ein paar Minuten bereits gebrochen war.

De psychiater zei dat peinzen alleen maar een negatief effect had .

Der Psychiater sagte, dass Peinzen nur negative Wirkung hatte.

Een dergelijke aanpak zou kortzichtig zijn en een averechts effect hebben .

Ein solcher Ansatz wäre kurzsichtig und wirkt sich nachteilig aus.