economie

Bedeutung (Englisch)

1. (feminine) economics
2. (feminine) economy

Konzepte

Ökonomie

Wirtschaft

Wirtschaftswissenschaft

Hausstand

Wirtschaftlichkeit

Wirtschaften

Wirtschaftssystem

Haushalten

ökonomie

Ökonomik

Binnenwirtschaft

Nationalökonomie

Geschäftswesen

Wirtschaftslehre

Einsparung

Betriebslehre

Ersparnis

Sparsamkeit

Volkswirtschaft

Volkswirtschaftslehre

Synonyme

zuinigheid

spaarzaamheid

volkshuishoudkunde

besparing

staathuishoudkunde

huishouding

economisch systeem

Mit Bindestrich als

eco‧no‧mie

Geschlecht

♀️ Feminin

Ausgesprochen als (IPA)

/ˌeː.koː.noːˈmi/

Etymologie (Englisch)

Possibly from Middle Dutch economie, from Middle French economie, from Latin oeconomia, from Ancient Greek οἰκονομία (oikonomía, “management of a household, administration”), from οἶκος (oîkos, “house”) + νόμος (nómos, “law”). By surface analysis, eco- + -nomie. The first recorded sense of the word economie, found in a work possibly composed in 1440, is “the management of economic affairs”, in this case, of a monastery.

Sätze

Een van de belangrijke vormen van sociale economie is de sociale coöperatie .

Eine der wichtigsten Formen der sozialen Wirtschaft ist die soziale Genossenschaft.

Economie en klimaatbescherming staan volgens ons niet lijnrecht tegenover elkaar .

Wirtschaftswissenschaften und Klimaschutz sind sich nicht direkt gegenüber.

Het is een broedplaats voor de informele economie en georganiseerde misdaad .

Es ist ein Brutzungsgrund für die informelle Wirtschaft und das organisierte Verbrechen.

Daarmee zal een geolied functioneren van onze economie en samenleving worden bevorderd .

Dies fördert eine geölte Funktionsweise unserer Wirtschaft und Gesellschaft.