gezegd

Bedeutung (Englisch)

past participle of zeggen

Ausgesprochen als (IPA)

/ɣə.ˈzɛxt/

Sätze

Ik ben het eens met wat u heeft gezegd .

Ich stimme dem zu, was Sie gesagt haben.

Dit wilde ik nog gezegd hebben .

Ich wollte das gesagt haben.

Dit is gisteren ook gezegd .

Dies wurde auch gestern gesagt.

Dat gaat mij eerlijk gezegd een klein beetje te snel .

Um ehrlich zu sein, das ist für mich ein bisschen zu schnell.

Wij zullen wel een oplossing vinden , maar zoals gezegd is dit niet zo gemakkelijk .

Wir werden eine Lösung finden, aber wie gesagt, das ist nicht so einfach.

Alleen is er een groot probleem , wat ook terecht gezegd werd door onze collega .

Nur gibt es ein großes Problem, das von unserem Kollegen zu Recht gesagt wurde.

Mijn tandarts heeft me gezegd dat ik vaker mijn tanden moet poetsen .

Mein Zahnarzt sagte mir, dass ich meine Zähne öfter putzen muss.

Dat is zojuist al met veel medemenselijkheid gezegd .

Das wurde gerade mit viel Menschheit gesagt.