Brussel

Bedeutung (Englisch)

1. (neuter) Brussels (the capital city of Belgium; capital city of the region of Flanders in Belgium; main seat of government of the EU; former capital of the former province of Brabant)
2. (figuratively,neuter) any of the above legal entities decreeing from Brussels
3. (abbreviation,alt-of,neuter) Short for Brussels Hoofdstedelijk Gewest.: Brussels-Capital Region (the smallest of Belgium's three federative regions)

Konzepte

Brüssel

Bruxelles

Mit Bindestrich als

Brus‧sel

Geschlecht

Kastrieren

Ausgesprochen als (IPA)

/ˈbrʏ.səl/

Etymologie (Englisch)

From Broekzele, from broek (“marsh”) + zaal, zele (“thatching, settlement”).

Sätze

Het koninklijk paar was samen aangekomen in Brussel .

Das königliche Paar war zusammen in Brüssel angekommen.

Mijn zakenreis naar Brussel was een ramp .

Meine Geschäftsreise nach Brüssel war eine Katastrophe.

Ik gebruik de Villo! fietsen om mij te verplaatsen in Brussel .

Ich benutze das Villo! Radfahren, um sich in Brüssel zu bewegen.

Brussel is de onofficiële hoofdstad van Europa .

Brüssel ist die inoffizielle Hauptstadt Europas.

Het Atomium kan je bewonderen in het Heizelpark en is gebouwd tijdens de wereldtentoonstelling in Brussel in negentienhonderdachtenvijftig.

Sie können das Atomium im Heyselpark bewundern und wurde während der Weltausstellung in Brüssel in neunzehnhundertzeit gebaut.