zijtak

Betekenis (Engels)

1. (masculine) a branch originating from a larger part of a tree
2. (masculine) an offshoot of a river
3. (figuratively, masculine) ramification, offshoot, spur (something that derives from another)

Sinonieme

afsplitsing

tweesprong

vertakking

Vertalings

branch

lateral

offshoot

spur

Uitgespreek as (IPA)

/ˈzɛi̯.tɑk/

Etimologie (Engels)

From zij + tak.