verschil

Betekenis (Engels)

Noun

difference

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,singular) inflection of verschillen:
2. (form-of,indicative,present,second-person,singular) inflection of verschillen:
3. (form-of,imperative) inflection of verschillen:

Koppelteken as

ver‧schil

Uitgespreek as (IPA)

/vərˈsxɪl/

Etimologie (Engels)

From Middle Dutch verschil. Equivalent to ver- + the base of schelen (“to make a difference”).

Sinne

Hoe kunnen we het verschil weten ?

How can you tell the difference?

Op enkele punten verschil ik echter met haar van mening .

I do, however, differ from her on one or two points.