verblijf

Betekenis (Engels)

Noun

1. (neuter) a stay
2. (neuter) a place where a stay is possible; a home, residence

Verb

1. (first-person, form-of, indicative, present, singular) inflection of verblijven:
2. (form-of, indicative, present, second-person, singular) inflection of verblijven:
3. (form-of, imperative) inflection of verblijven:

verblijven

to stay, to reside (to remain in a particular place)

Lees meer

Sinonieme

woonplaats

woning

🏠

huis

🏠

oponthoud

domicilie

woonst

onderkomen

woonstee

vestiging

perceel

bouwwerk

constructie

🚧

gebouw

huisvesting

afdak

schuilplaats

behuizing

domicili

Vertalings

stay

séjour

dwelling

domicile

abode

home

🏠

Aufenthalt

residenza

casa

🏠

σπίτι

logement

Wohnung

maison

🏠

Haus

🏠

residence

Etimologie (Engels)

Deverbal from verblijven.

Sinne

Voorwaarden voor verblijf werden ingeperkt en de mogelijkheden tot verwijdering werden verruimd.

Residence requirements were tightened and expulsion was made easier.