toe

Betekenis (Engels)

Adv

1. (adverbial, form-of, postpositional) adverbial form of tot (“to, till, towards”)
2. after, afterwards
3. shut, closed (especially as part of a compound verb like toedoen)

Intj

come on!, go on! (used when trying to coax someone into doing something)

Conj

alternative form of toen

tot

• Prep
• Conj

Lees meer

Sinonieme

dicht

gesloten

vooruit

afgesloten

Vertalings

closed

geschlossen

shut

fechado

zu

allez

to

cerrado

hacia

tancat

towards

fermé

chiuso

مقفول

Uitgespreek as (IPA)

/tu/

Etimologie (Engels)

Geërf van Middle Dutch: toe

Geërf van Old Dutch: *tuo

In summary

From Middle Dutch toe, from Old Dutch *tuo, from Proto-West Germanic *tō, from Proto-Germanic *tō.

Sinne

Sta me toe er even verder op in te gaan .

Let me just comment on a few of them.

Staat u mij toe twee duidelijke vragen te stellen .

However, I also have two formal comments to make.

Kan je onmiddelijk naar ons toe komen ?

Can you come to us immediately?

Ik dank u van harte en ik wens u allen een zalig kerstfeest toe .

Thank you and happy Christmas.

Niet alle landen staan een dubbele nationaliteit toe .

Not all countries allow dual nationality.

Zo'n beleid leidt nergens meer toe .

This policy is no longer an effective means to an end.