sporen

Betekenis (Engels)

Verb

to spur

Noun

plural of spoor

spoor

1. (neuter) track
2. (neuter) railway track
3. (neuter) trace
4. (neuter) spoor
5. (neuter) lead, trail, clue

Lees meer

Vertalings

prod

rail

trace

travel by rail

Uitgespreek as (IPA)

/ˈspoːrə(n)/

Etimologie (Engels)

Geërf van Middle Dutch: sporen

In summary

From Middle Dutch sporen. Equivalent to spoor (“spur”) + -en.

Sinne

Het is verboden om over de sporen te lopen .

It is forbidden to walk on the tracks.

Hij heeft zijn sporen verdient in het onderwijs .

He has earned his spurs in education.

Het kostte me dagen om je op te sporen , je naam staat niet in het telefoonboek .

It took me days to track you down, your name isn't in the phone book.

De trein daverde voorbij op de oude sporen .

The train thundered past on the old tracks.