spelen

Betekenis

Verb

1. (intransitive) to play
2. (transitive) to play (a game)
3. (intransitive,transitive) to play (a musical instrument)
4. (transitive) to play (a role)

Noun

1. (form-of,plural) plural of spel (“tournament”)
2. an organised series of athletic or other entertaining competitive events, such as the Olympics or varied gladiatorial fights

Koppelteken as

spe‧len

Uitgespreek as (IPA)

/ˈspeːlə(n)/

Etimologie

From Middle Dutch spēlen.

Sinne

Ze spelen buiten in de tuin .

They play outside in the garden.

Hockey is een sport die je eigenlijk niet alleen kan spelen .

Hockey is a sport that you can't actually play alone.

Hierbij spelen communicatiegerichte activiteiten en informatiecampagnes een belangrijke rol .

Communication-oriented activities and information campaigns play an important role in this.

Laatstgenoemden moeten een actieve rol spelen bij de selectie en benoeming van trustees.

The latter should play an active role in the selection and appointment of trustees.