schuiven

Betekenis (Engels)

Verb

1. (ergative) to slide
2. (ergative) to shove
3. (Netherlands, informal, transitive) to yield, make money, to earn money (for someone)
4. (transitive) to smoke

Noun

plural of schuif

schuif

• Noun
• Verb

Lees meer

Sinonieme

uitglijden

glippen

glijden

glibberen

inschuiven

instoppen

inzetten

opvullen

slepen

slippen

vullen

indoen

ineenschuiven

inleggen

Vertalings

glisser

schieben

shove

gleiten

rutschen

fourrer

slide

faire glisser

glitschen

slip

push

deslizar

empurrar

shuffle

push along

Uitgespreek as (IPA)

/ˈsxœy̯və(n)/

Etimologie (Engels)

Geërf van Middle Dutch: schuven

Geërf van Old Dutch: *scūvan

In summary

From Middle Dutch schuven, from Old Dutch *scūvan, from Proto-West Germanic *skeuban, from Proto-Germanic *skeubaną, from Proto-Indo-European *skewbʰ-. Doublet of sjouwen.

Sinne

Kan je de stoel wat naar voren schuiven zodat ik kan passeren ?

Can you slide the chair forward a little so that I can pass?

Er is geen tijd meer voor vrome wensen en op de lange baan schuiven !

There is no more room for wishful thinking and other delays.

Hier en daar klinkt zelfs de roep om de millenniumdoelen maar opzij te schuiven .

Here and there we are even hearing calls for the Millennium Goals to be shelved.