smachten

Betekenis (Engels)

to yearn [with naar ‘after/for’], to pine

Sinonieme

hunkeren

verlangen

reikhalzen

zuchten

zuchten naar

lusten

begeren

snakken naar

haken naar

smachten naar

ambiëren

aspireren

dingen naar

najagen

nastreven

streven naar

hartstochtelijk

een sterk verlangen hebben

zenen

terugverlangen

Vertalings

sich sehnen

bramare

desear

ter saudades de

désirer

arzulamak

sich ersehnen

aspirer

yearn

suspirar

anhelar

dar ais

soupirer

aspirar

ersehnen

Uitgespreek as (IPA)

/ˈsmɑx.tə(n)/

Etimologie (Engels)

Geërf van Middle Dutch: smachten

Verwante met Antieke Grieks: μικρός

Verwante met Latyn: mica

Verwante met Old High German: gismāhtōn

Verwante met Duits: schmachten

In summary

From Middle Dutch smachten, ultimately from a variant of Proto-Germanic *smēhaz (“small, little”). See also Ancient Greek μικρός (mikrós, “a little of”), Latin mica. West Germanic cognates include Old High German gismāhtōn (modern German schmachten).