oplossen

Betekenis (Engels)

1. (ergative) to dissolve
2. (transitive) to solve

Sinonieme

raden

ontleden

ontbinden

verdunnen

verkruimelen

beslissen

ontraadselen

doorzien

kruimelen

slibben

besluiten

ontrafelen

dissecteren

meegeven

ontwarren

opnieuw

🔁

smelten

solveren

verzachten

Koppelteken as

op‧los‧sen

Uitgespreek as (IPA)

/ˈɔpˌlɔ.sə(n)/

Etimologie (Engels)

From op + lossen, probably a calque.
Compare German lösen and auflösen.

Sinne

Kan jij dat raadsel oplossen ?

Can you solve that riddle?

Ze moest het raadsel oplossen voor ze de cilinder kon openen .

She had to solve the riddle before she could open the cylinder.

Het probleem van de financiële crisis kunnen we niet oplossen met ideologie .

It is not possible to solve the problem of the financial crisis with ideology.