onrust

Betekenis (Engels)

1. (feminine, masculine, uncountable) unrest (state of agitation)
2. (feminine, masculine) unrest, upheaval (agitated situation)
3. (feminine, masculine) balance wheel

Sinonieme

opwinding

beroering

troebelen

gejaagdheid

neerslachtigheid

opschudding

roerigheid

stokerij

woeling

gewoel

ongedurigheid

ongenoegen

verontrusting

agitatie

rustloosheid

balans

bezorgdheid

Vertalings

agitation

turmoil

unrest

agitation

inquietação

commotion

inquiétude

uneasiness

restlessness

Gärung

Unruhe

Verstimmung

balance

discontent

anxiety

Uitgespreek as (IPA)

/ˈɔn.rʏst/

Etimologie (Engels)

Geërf van Middle Dutch: onruste

In summary

From Middle Dutch onruste, equivalent to on- (“un-”) + rust (“rest”). Compare English unrest.