onthaal

Betekenis (Engels)

Noun

welcome

Verb

1. (first-person, form-of, indicative, present, singular) inflection of onthalen:
2. (form-of, indicative, present, second-person, singular) inflection of onthalen:
3. (form-of, imperative) inflection of onthalen:

onthalen

to welcome hospitably, to regale

Lees meer

Sinonieme

ontvangst

aanvaarding

opname

toelating

aanneming

tractatie

kwitantie

🧾

ontvangstbewijs

🧾

receptie

traktatie

achting

balie

bijval

eerbied

goedkeuring

Vertalings

accueil

acceptance

reception

réception

Bewirtung

Übernahme

Aufnahme

Zusage

Annahme

treat

Speisung

admission

Empfang

🧾

Rezeption

abord

Uitgespreek as (IPA)

/ɔntˈɦaːl/

Etimologie (Engels)

Deverbal from onthalen.