inrichten

Betekenis (Engels)

  1. (transitive) to arrange, organize
  2. (transitive) to equip, furnish
  3. (transitive) to set up

Sinonieme

ruimen
B2

terechtbrengen

regelen
A2
opruimen
B2
schikken
C2
organiseren
B2
oprichten
C2
stichten
C1
meubileren

reglementeren

reguleren
30k
rondleiden
C2
stemmen
B1
teweegbrengen
39k
uitrusten
C1

vereffenen

veroorzaken
B2
aanmaken
25k
vestigen
C1
bouwen
B1

de weg wijzen

geleiden
41k
installeren
C1
leiden
A2
maken
A1
opzetten
B2
produceren
C1
Vertalings

gründen
etablieren
régler
establish
erect
arrumar
ranger
ordenar
order
arrange
tidy
ordonner

put in order

arranjar
arreglar
Frekwensie

C2
Uitgespreek as (IPA)
/ˈɪnˌrɪx.tə(n)/
Etimologie (Engels)

Compound of in + richten.

Verbeter jou uitspraak

Notes

Sign in to write sticky notes
Nederlands