anordnen

Betekenis (Engels)

  1. (transitive, weak) to arrange, to put into a certain order (a set of items)
  2. (transitive, weak) to order, to mandate (actions, measures)

Sinonieme

befehlen
C1
vorschreiben
C2
ordnen
C2
verordnen
arrangieren
C1
gebieten
C2
zusammenstellen
C2
verfügen
C2
anweisen
41k
bestimmen
B2
einrichten
C1
verschreiben
C2

dekretieren

bestellen
B2
gliedern
41k
aufstellen
C1
festlegen
C2
regeln
A2
beauftragen
20k
einberufen
C2
entscheiden
B1
festsetzen
33k
herrichten
20k
organisieren
C1
veranlassen
C2
vorbereiten
B2
serialisieren
vorgeben
C2
anberaumen
zurechtmachen
40k
aufreihen
🪢

zurechtstellen

strukturieren

erledigen

Befehl erteilen

veranstalten
C1
ansetzen
C2
abwickeln
29k
disponieren
machen
A1
bearbeiten
C1
ausrichten
B2

einen Befehl weitergeben

übereinkommen

in Ordnung bringen

diktieren
24k
managen
24k
mitteilen
B2
anleiten

seine Bitte äußern

Vertalings

order
ordenar
arrange
ordenar
ordonner
commander
ordinare
bevelen
mandar
disporre
command
arranger
arreglar
sommeren
gelasten
Frekwensie

22k
Uitgespreek as (IPA)
/ˈanˌʔɔʁdnən/
Etimologie (Engels)

an- + ordnen

Verbeter jou uitspraak

Notes

Sign in to write sticky notes
DuitsDuitsDuitsDuitsDuitsDuitsDuitsDuits

Begin om Duits te leer met learnfeliz .

Oefen om " anordnen " en baie ander woorde en sinne in Duits .

Arrow pointing to the button
Begin leer Duits
Duits
learnfeliz
learnfeliz
/