An user Nederlands
sê...

Ze
Voornaamwoord
  gaat
Werkwoord
  altijd
Bywoord
  in
Aanneming
  haar
Voornaamwoord
  eentje
Syfer
  op
🆙
Aanneming
  vakantie
Selfstandige naamwoord
.

She always goes on vacation on her own.
Woorde en sinne
Nuut
ze

  1. Unstressed form of zij (feminine singular subject)
  2. Unstressed form of zij (plural subject)
  3. Unstressed form of haar (feminine singular object)
  4. Unstressed form of hen, hun (plural object)

Nuut
gaat

  1. inflection of gaan: ## second/third-person singular present indicative ## (archaic) plural imperative
  2. inflection of gaan: ## second/third-person singular present indicative ## (archaic) plural imperative

Nuut
altijd

always

Nuut
in

Nuut
haar

Nuut
eentje

  1. diminutive of een
  2. diminutive of één

🆙
Nuut
op

Nuut
vakantie

  1. A holiday, vacation.
  2. An easy, careless time.

Comments