sê...
Iedere Bepaler zomer 🏖️ Selfstandige naamwoord logeert Werkwoord hij Voornaamwoord een Bepaler maand Selfstandige naamwoord op 🆙 Aanneming de Bepaler camping Selfstandige naamwoord van Aanneming zijn Voornaamwoord nonkel Selfstandige naamwoord .
Bepaler
🏖️
Selfstandige naamwoord
Werkwoord
Voornaamwoord
Bepaler
Selfstandige naamwoord
🆙
Aanneming
Bepaler
Selfstandige naamwoord
Aanneming
Voornaamwoord
Selfstandige naamwoord
Every summer, he stays at his uncle's campsite for a month. Every summer, he stays at his uncle's campsite for a month.
Woorde en sinne
Nuut
iedere
- inflection of ieder:
- inflection of ieder:
- inflection of ieder:
Nuut
logeert
- inflection of logeren:
- inflection of logeren:
Nuut
hij
Third-person singular, masculine, subjective: he.
Nuut
een
-
Placed before a singular noun, indicating a general case of a person or thing: a, an. Compare with de and het.
Nuut
maand
A month.
🆙
Nuut
op
-
- up
- onto, up onto
- Used in separative verbs meaning “to go away” with rude connotations.
Nuut
de
-
the (definite article, masculine and feminine singular, plural)
Nuut
camping
campsite
