sê...
Hij Voornaamwoord smeet Werkwoord de Bepaler fles Selfstandige naamwoord naar Aanneming zijn Voornaamwoord collega Selfstandige naamwoord met Aanneming een Bepaler ongeziene Byvoeglike naamwoord finesse.
Voornaamwoord
Werkwoord
Bepaler
Selfstandige naamwoord
Aanneming
Voornaamwoord
Selfstandige naamwoord
Aanneming
Bepaler
Byvoeglike naamwoord
He slams the bottle at his colleague with unseen finesse. He slams the bottle at his colleague with unseen finesse.
Woorde en sinne
hij
Third-person singular, masculine, subjective: he.
de
-
the (definite article, masculine and feminine singular, plural)
fles
bottle
naar
-
- to, towards in time, space, consequence, purpose etc.
- according to, in accordance with
collega
colleague
met
-
- with, along with (another person)
- with, using (a tool, instrument or other means)
- at, for, during (a holiday/festivity)
- Used to answer a telephone call, followed by one's name, shortened from "u spreekt met..."
een
-
Placed before a singular noun, indicating a general case of a person or thing: a, an. Compare with de and het.
ongeziene
- inflection of ongezien:
- inflection of ongezien:
- inflection of ongezien:
Nederlands 